Dichter, schrijver en essayist

LINKS

  • Peter Bormans heeft onderzoek gedaan naar het vroegste werk van Maurice Gilliams, en er in 2005 uitvoerig en helder over geschreven. Hij heeft zijn proefschrift, want dat is het, op internet gezet.
  • Koen Roelandt heeft zijn thesis, die handelt over Gregoria op internet gezet. Zijn eindverhandeling heeft de titel: Huwelijk, godsdienst en verbeelding in Gilliams’ Gregoria en is geschreven in 2001.
  • Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde te Gent: http://kantl.be
  • De Maurice Gilliamsprijs. De weduwe van Maurice Gilliams, mevrouw De Raeymaekers, schonk in 1985 een kapitaal aan de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde onder de uitdrukkelijke voorwaarde een vierjaarlijkse prijs op te richten.
    De winnaars van de prijs tot op heden zijn (met tussen haakjes vermelding van de juryleden):
    – periode 1986-1989: Marleen de Crée, met haar verzameld werk (de heren Weisgerber, Coupé, Decorte, Van Herreweghen, Dubois)
    – periode 1990-1993: Frans Deschoenmaker met “Beginselen van archeologie” (de heren Coupé, Van de Perre, Spillebeen, Decorte, Dubois)
    – periode 1994-1997: Gwij Mandelinck, voor zijn bundel “Overval” (Pierre H. Dubois, Wily Spillebeen, Hubert Van Herreweghen, Eddy Van Vliet, Jan Veulemans)
    – najaar 2002 werd de dichtbundel “Goya als hond” van Stefan Hertmans bekroond
    Vanaf 2003 heeft de KANTL een aantal fondsen samengevoegd en is gestart met vijfjaarlijkse prijzen.
  • Het Seringenhof te Wechelderzande is het landhuis waar Maurice Gilliams als adolescent met zijn ouders op vakantie naar toe ging. Tussen hem en de dochter des huizes bloeide iets moois op. In het gedicht Nachtzoelte uit 1927 zijn de gevoelens van de dichter voor haar terug te lezen. Te ervaren zijn ze voor een ieder, want in het prachtig gerestaureerde neoclassicistisch landhuis is nu een B&B gevestigd. Door wijziging van bewoners is er geen B&B meer en is de website verwijderd (2016).

  • In zijn boek Aan Borms schrijft Matthijs de Ridder op p.198 over Maurice Gilliams: “wiens gedrag tijdens de bezetting ook niet geheel onberispelijk is geweest”. De zinsnede wordt niet onderbouwd en er wordt evenmin verwezen naar bronnen waar die suggestie op is gebaseerd. Zijn sportieve verklaring is:Ik vrees dat ik in die zin wel heel onzorgvuldig ben geweest. Want wat ik probeerde te zeggen is dat Gilliams na de oorlog wel (heel) veel sympathie aan de dag legt voor incivieken. Hij maakt op een gegeven moment deel uit van de groep rond Golfslag, waar hij optreedt als informant, soms zelfs intrigant. Hij is wat dat betreft dus redelijk vergelijkbaar met Elsschot. Niet ‘fout’ tijdens de oorlog, maar daarna ook niet zo sociaal-democratisch als wij na mei ’68 eigenlijk graag zouden willen zien. Maar ik moet toegeven dat dat er niet echt staat en dat ik het nu jammer vind dat daar iets wordt gesuggereerd wat niet waar lijkt te zijn.
  • Een schrijver over Maurice Gilliams in een van de essays uit het boek Kruistochten over omzwervingen door het katholieke Vlaanderen: www.stefanbrijs.be
  • Het Letterkundig Museum in Den Haag heeft een tentoonstelling ingericht: Het Pantheon over 100 jaar schrijvers in 1000 jaar literatuur. Een ode aan de beste schrijvers van het Nederlandstalige literaire landschap.
  • Salon Maurice Gilliams en het standbeeld Maurice Gilliams van Rik Poot:

    De salon is maar een korte periode open geweest; het gebouw maakt nu onderdeel uit van een hotel. Het standbeeld staat vanaf 1997 op deze plek; er gaan stemmen op om het te verplaatsen naar de naastgelegen Kruidtuin. Op de site over standbeelden informatie over het beeld dat is gemaakt door Rik Poot.
    De plaquette is bevestigd aan het pand aan de Ossenmarkt 25 als aanduiding dat het de plek is waar het geboortehuis van Maurice Gilliams heeft gestaan.
  • Biografische en bibliografische informatie (2): Op Schrijversgewijs is een goed overzicht te vinden van leven en werk van Maurice Gilliams.
  • In 1970 was Ischa Meijer bij Maurice Gilliams op bezoek om hem te interviewen voor weekblad de Haagse Post.
  • In Dongen zijn de straatnaamborden naar wie de persoon is genoemd als portret uitgesneden

  • Een link naar vertalingen is te vinden op de website van het Nederlands Letterenfonds.
  • Op Poetry International staan meerdere vertalingen van gedichten van Maurice Gilliams. In 1976 las Gilliams zelf enkele van zijn gedichten voor op dit jaarlijkse Rotterdamse Poëziefestival.
  • In gratis tijdschrift De Witte Raaf komt met enige regelmaat Maurice Gilliams ter sprake. Een interview met Jef Cornelis over de film Het gedroomde boek geeft een interessant inzicht in het tot stand komen van de film, en hoe Maurice Gilliams er zelf bij werd betrokken. En scenarist Georges Adé schrijft in een brief aan Gilliams over zijn plan: omtrent iets te maken over uw werk.
  • Hoe Antwerpen er – in de jonge jaren van Maurice Gilliams – pakweg meer dan 100 jaar geleden uitzag is vastgelegd op film. In het straatbeeld nog veel koetsen met paarden ervoor, trammetjes, de boot naar Sint-Anneke, de haven en de zoo.

In tijdschrift Vlaamsch Leven uit september 1917 wordt Floris van Merckem de Benjamin onzer Vlaamsche dichters genoemd. Een vergelijkbare foto van Maurice Gilliams illustreert het artikel.

Privécollectie – ca. 1943

Guido Van Doorslaer heeft het gedicht Nachtzoelte verbeeld. Maurice Gilliams signeerde alle lino’s.

Wanneer gij aan mij denkt, een zomeravond
als het verlangen knaagt: zo heel alleen
gaat ge wel vroeg naar de warme slaapkamer.
De zwaluwen zwieren laag. Ver onweer
gromt aan de paars-beboste einder.
Een grote wolk verduistert reeds de heide
en een reiger klapwiekt over een plas
in eenzaamheid. Dan valt de zware nacht.
Liefste, geeuwend zult ge u gaan ontkleden
en het lastig hemd haperend van u afweren
en besluiteloos staan, bloot en heel zwaar,
met uw haren los op uw rug gevlaagd.
Gij heft de waterkruik tegen uw hals
en giet het water dat met schokken valt
over uw naakte sidderende leden,
en zet de kruik weer neer. Uw handen beven.
Op het lauw bed ploft gij neder; ongedekt
ligt ge en uw jonge kou blijft ongerept.

“Een berg heeft altijd stijl. Wij moeten stijl veroveren. Maar die berg heeft dat door zijn natuur. Stijl. En daar kunt ge niks aan veranderen. Dat is voltooid, niet waar? ’t Is dat wat ik betracht. Dat zo’n gedicht, het gevoelen, de indruk wekt dat er nu geen woord meer nog kan volgen”.