Dichter, schrijver en essayist
STICHTING VITA BREVIS
Maurice Gilliams heeft bij leven de Stichting testamentair gewenst. De doelstelling is het oeuvre van de schrijver kenbaar te maken en te verspreiden. De Stichting Vita Brevis werd goedgekeurd bij Koninklijk Besluit op 17 augustus 1989. De leden van het eerste uur waren: Frans Boenders, Carlos De Baeck, Jean De Crée, Jozef Deleu, Ludo Simons en Paula Sörnsen.
De Stichting Vita Brevis is een instelling van openbaar nut voor de studie en de bevordering van het werk van Maurice Gilliams. De huidige leden zijn: Bart Meuleman (voorzitter), Charles Sluyts (ere-voorzitter), Leen van Dijck (ere-voorzitster), Ludo Simons, Leen Huet, Koen Peeters, Johan Deryckere, Paula Sörnsen (secretaris/penningmeester).
Vita Brevis heeft in 1999 aan Annette Portegies (1968) de opdracht verstrekt voor het schrijven van de biografie over Maurice Gilliams. Een eerste aanzet is te lezen in tijdschrift De Parelduiker, jaargang 5, nummer 3/4, 2000. Deze eerste proeve van een biografie is eveneens verschenen in de publicatie: De Idee Maurice Gilliams; Een schrijver over schilders, door Herwig Todts en Isolde De Buck, Uitgeverij Pandora, Antwerpen, 2000. Na een onderbreking werkt Annette Portegies vanaf medio 2004 voortvarend verder aan de biografie.
Er zijn tussendoor korte artikelen verschenen die te lezen zijn op internet: Fragmenten uit het leven van een alchemist (2000) ; “Mijn liefste, blauwe hemel” fragmenten uit brieven van Maurice Gilliams en Maria de Raeymaekers (2000) ; La vie est trop courte (2000) ; en overige artikelen: Onzichtbaar voor wereldse ogen (2002) ; De slapeloze nachten van Maurice Gilliams (2004) ; Gilliams en de Groote Oorlog (2005) ; De ontstaansgeschiedenis van Elias (2006) ; De zakelijkheid voorbij (2008) ; de zoon van een flamingistische vakbondsman (2009); Een artikel bij de presentatie van de toneeluitvoering van Gregoria (2011).
De biografie werd 7 september 2022 gepresenteerd in Antwerpen
in het Letterenhuis. Tegelijkertijd verscheen, samengesteld door Leen Huet, de bloemlezing Een binnenplaats met gras.
“Een berg heeft altijd stijl. Wij moeten stijl veroveren. Maar die berg heeft dat door zijn natuur. Stijl. En daar kunt ge niks aan veranderen. Dat is voltooid, niet waar? ’t Is dat wat ik betracht. Dat zo’n gedicht, het gevoelen, de indruk wekt dat er nu geen woord meer nog kan volgen”.